Bij nummer 7 is het neus dicht of kokhalzen
Iets wat we allemaal graag doen als Nederlanders op vakantie is naar de markt gaan, zeker de vrouwen, toch? Leuk in Italië over de markt struinen tussen de badlakens, slipjes en aardewerk in allerlei leuke kleurtjes, je hebt het allemaal niet nodig maar het is wel leuk… In China ga je daar vanzelf anders over denken al is het wel een beleving op zich en absoluut niet te vergelijken met welke Europese markt dan ook.
In Beijing liepen we door een doodgewone, akelig westerse winkelstraat, toen we in een zijstraatje onze eerste Chinese markt zagen, LEUK! Ja, heel leuk alleen neus dichtknijpen. Nee, geen halve varkens of hond, maar spartelende schorpioenen op een uit de kluiten gewassen satéprikker met als toetje een heuse zeester on top. Yammie! Het was dat onze reisleidster ons ten zeerste had afgeraden voedsel te eten van kraampjes op straat, anders had ik het zeker geprobeerd. Vooral de penetrante geur die nergens thuis te brengen was deed me watertanden.
Twee dagen later kwamen we tijdens onze fietstocht door één van de vele volksbuurten van Beijing terecht op de markt waar de locals de dagelijkse boodschappen doen. Dit had wel wat meer weg van een in onze ogen normale markt als puilden die van mij wel uit toen ik een half gepeld ei zag liggen dat zwart van binnen was. Verder was het zwaar teleurstellend dat deze markthal vol lag met voornamelijk groente en fruit. Maar door op de geur af te gaan kwamen we in een ander deel van de markt
terecht waar je eenmaal binnen eigenlijk zo snel mogelijk weer naar buiten wilde: de vis- en vleeshal. De lucht was er echt letterlijk om van te kokhalzen, maar het was nu of nooit en Marc en ik zetten door. Het was ongelofelijk om te zien. We hebben hier ontdekt dat er negroïde kippen bestaan en er best 20 royale vissen in een bak van 50 bij 50 centimeter kunnen leven met een bodempje water er in. Waarom zou je nog een grote vijver aanschaffen? Hier kwamen we ook het schattige meisje tegen die met een rivierkreeftje aan het spelen was waar ik in mijn vorige blog over vertelde. Ze was zo lief om het ook even aan mij te geven, apart speelgoed moet ik zeggen.
Verder zijn we nog op een medicijnmarkt geweest in Xi’an en een of andere wereldberoemde spectaculaire markt in Kanton, maar die vielen een beetje tegen. Ze verkochten er allerlei kruiden die voor ik weet niet wat allemaal goed waren maar niemand kon je vertellen wat het was. Verder waren er wel gedroogde dieren te vinden, slagen en zeepaardjes bijvoorbeeld. Deze schijnen vooral voor de mannelijke powers erg goed te zijn. Ik heb voor Marc wat meegenomen op sterk water, dat doe ik iedere avond stiekem in zijn wijn, nu maar afwachten of het werkt… Op de markt in Kanton zouden levende dieren te koop moeten zijn voor de voedselindustrie maar die hebben we, misschien gelukkig maar niet gezien. Waarschijnlijk omdat dit veel minder voorkomt dan een aantal jaren geleden.
Ondanks de geurtjes, daar moet je maar even doorheen bijten, had ik de markten in China niet willen missen. De Chinezen vinden allemaal dat ‘rare’ eten wel normaal en lekker. Kijk maar naar dat kleine schattige meisje wat een kreeftje als speelgoed ziet. Ik vraag me alleen af of dit niet meer zegt over ons dan over die Chinezen.
Morgen gaan we op zoek naar Jackie Chan want als hij ergens te vinden is moet het hier wel zijn: tussen de 4 muren van Pingyao.
Onze computer is nog steeds naar de neut dus het filmpje over de markt houden jullie nog van me te goed. In mijn picasa webalbum vind je wel nog veel meer leuke foto’s van de markt.