4.000 km in 15 dagen per trein door China
Over ruim een week is het zo ver; Dan vertrekken we richting China. Ook al overheersen momenteel de voetbalkriebels, ook onze reis naar China begint steeds dichtbij te komen en we hebben er zin in!
Na een vlucht van 10 uur van Amsterdam naar Beijing komen we maandagochtend aan in deze wereldstad. We hebben hier 4 dagen vrij te besteden. Dat wordt dus rondslenteren door de oude wijken, verboden stad en hopelijk kunnen we ook een bezoekje brengen aan de ondergrondse stad. Dit is een overblijfsel uit de oorlog met Rusland en schijnt een must do te zijn.
Vanuit Beijing hebben we ook de kans om naar het Zomerpaleis aan de rand van de stad en naar de Chinese muur te gaan die ten noorden van de stad te vinden is. Hier moeten we natuurlijk naar toe, dus ga je binnenkort de ruimte in met een spaceshuttle, wij staan op het puntje rechtsonder op de kaart, zwaai even. Onvoorstelbaar dat dit bouwwerk te zien is vanuit het heelal.
Na 4 dagen Beijing vertrekken we per nachttrein naar Pingyao. Dit is een Chinees stadje dat nog maar net is uitgeroepen door Unesco tot Cultureel Wereld Erfgoed. Het is een stoffig oud stadje met smalle straatjes, een mooie oude stadsmuur en de noedels schijnen er heerlijk te zijn. Nu ik kan geen noedels meer zien sinds mijn avontuur in Australië, want daar heb ik me er scheel aan gegeten net als alle andere backpackers daar, maar ik ga een poging wagen. In China kom je er toch niet onderuit.
Na een paar dagen in Pingyao te zijn geweest nemen we weer een waarschijnlijk veel te drukke nachttrein naar Xi’an. Daar is het wereldberoemde terracotta leger van keizer Qin Shihuang te bezoeken. Je mag er helaas geen foto’s maken schijnt het maar kijken mag gelukkig wel. Volgens iedere reisgids is daar trouwens ook een islamitische wijk die heel bijzonder is maar ik geloof dat ik die in Turkije al voldoende gezien heb.
Na Xi’an gaan we een superlange treinreis maken van 1976 km dwars door China en deze duurt wel 26 uur. Aangezien we dan ook deels overdag reizen kunnen we wel van het mooie landschap genieten, lekker lezen en natuurlijk met de Ipad spelen.
Nu komen we in het deel van China waar ik me misschien wel het meest op verheug om te zien: het Karst gebergte. We blijven 2 dagen in Yangshuo, een klein dorpje aan de rivier de Li waar we gaan vissen met lokale vissers die nog traditioneel vissen met aalscholvers. Deze vogels vangen de vis en brengen die dan netjes naar de baas, goed afgericht zou ik zeggen. In het de Karstbergen vind je ook prachtige rijstvelden die duizenden jaren geleden zo aangelegd zijn en nu nog steeds bebouwd worden.
Tenslotte reizen we wederom per nachttrein door naar Guangzhou, in het Nederlands Kanton genoemd, bekend van de Kantonese restaurants die je in ieder dorp vind. We gaan eens checken of het eten daar lijkt op dat wat je hier bij de afhaalchinees krijgt. Echte lekkernijen schijnen volgens de Chinezen slangen, gedroogde schildpadden, uilen en katten te zijn. Tsja, ik weet niet of dat mijn eerste keuze van de kaart zou zijn, maar (bijna) alles valt te proberen.
Vanuit Guangzhou vliegen we na meer dan 4.000 km voornamelijk per trein gereisd te hebben weer terug naar Schiphol airport waar we met de neus in de Kepelse Kermis vallen.
Ik weet niet hoeveel ik gebruik kan maken van het wereldwijde web tijdens onze rondreis maar ik ga zeker mijn best doen om jullie op de hoogte te houden van onze trip. Maar voor het zo ver is hebben we nog heel wat te genieten in ons eigen landje nu Nederland in de finale staat van het WK voetbal!