Op de buis in Zuid-Korea!
Ja, ik ga mijn tv-debuut maken in Zuid-Korea. Ik ben namelijk de afgelopen 2 dagen op Kangaroo Island geweest met een cameraploeg uit Zuid-Korea. Ze worden gesponsord door de Australische regering om Australië te promoten in dit Aziatische land doormiddel van een documentaire en een fotoreportage. Dat was in ieder geval een leuk en bijzonder gezelschap.
Onze reis naar het op 2 na grootste eiland van Australië begon dinsdag vroeg in de ochtend toen we in het busje stapten van Adelaide naar de ferry in Cape Jervis. Deze bracht ons in een klein uurtje naar Kangaroo Island. Onderweg heb ik dolfijnen gezien die aan het spelen waren in de golven van de boot. Ook bij aankomst op het eiland zagen we ze weer in Pannington Bay, helaas te ver weg voor mooie foto’s.
Voor we naar Seal Bay gingen om de Australian Sea-lions van dicht bij te bewonderen zijn we eerst naar een Eucalyptus farm gegaan. Hier maken ze van eucalyptusbladeren olie en andere producten. Dat was wel interessant, maar het leukste was toch wel de kleine Kangaroo Island Kangaroo, Luna. Op de boerderij vangen ze jonge kangoeroes op die hun mammie kwijt zijn.
Het volgende op het programma voor we eindelijk konden gaan zwemmen waren de Australian Sea-lions in Seal Bay. Samen met een lokale gids gingen we het strand op waar meer dan 200 van deze mooie dieren lagen te luieren in de zon. Geef ze eens ongelijk, het was zo’n 40 graden. Ook voor ons werd het dus tijd om een verkoelende duik te nemen. Dat hebben we dan ook gedaan in Vivvone Bay. Daar lagen de mooiste schelpen op het strand waar van ik er één vond die precies als een ring om mijn pink past. Dat is toch nog eens een mooi souvenir, niet waar?
Na het zwemmen werd het tijd om richting onze slaapplek voor de nacht te gaan, een cottage in the middle of nowhere. We hebben er lekker gebarbecued, kangoeroes, koala’s en echidna’s gespot en genoten van een lekkere cider bij het kampvuur. ‘s Avonds kregen we ook nog bezoek van Ted en Ed, 2 possums. Deze duiveltjes zijn vaste bewoners en komen ‘s avonds op bezoek op zoek naar voedsel. De gids vertelde het verhaal dat kort geleden een nieuwe gids slim dacht te zijn. Hij had ‘s avonds voor hij ging slapen de tafel alvast gedekt voor het ontbijt. Dat vonden Ted en Ed wel leuk, maar de volgende ochtend was er niets meer over van het ontbijt voor de groep. De duiveltjes hadden met zijn tweetjes alles opgegeten.
De nacht heb ik niet doorgebracht in de cottage maar heerlijk buiten in een swag onder de sterrenhemel. Dat was nog eens lekker wakker worden de volgende ochtend, al was het wel erg vroeg. Na het ontbijt werd het tijd voor wat sportieve inspanning, sandboarden. In Little Sahara de berg op klimmen en zo hard mogelijk naar beneden gaan. Het is lastiger dan je denkt maar ik kreeg het toch meteen de eerste keer voor mekaar om in volle vaart de berg af te sjezen, super gaaf! Is weer eens wat anders om te doen op de elfde van de elfde, maar volgend jaar toch maar weer gewoon de opening van het vastelaovendsezoen vieren.
Na het sportieve gedeelte werd tijd om naar Flinders Chase National Park te gaan. Daar zijn de Remarkable Rocks en Admirals Arch. De Remarkable Rocks is een – de naam zegt het al – nogal merkwaardige rotsformatie. Door erosie hebben deze de meest aparte vormen gekregen en ik zou er uren kunnen doorbrengen zonder me te vervelen. Kijk maar naar de foto’s, die spreken voor zich.
Na het bezoek aan de rotsen werd het weer tijd om wat wildlife te spotten. Bij Admirals Arch leven de New Zeeland Fur Seals, de zuidelijke familie van de bewoners van Seal Bay. Ze leven op de rotsen bij Admirals Arch, een hele mooie grot. Onze gids, een Kiwi, vond uiteraard, dat omdat de Nieuw Zeelandse soort op de rosten leeft, het de stoere soort is ten opzichte van die Australische watjes die maar wat op het strand rondhangen. Hier kwam ik trouwens ook nog een provinciegenoot tegen; een Maastrichtenaar die al 41 jaar Downunder zat maar de vastelaovend nog steeds miste. Typisch op de elfde van de elfde.
Na een stevige lunch werd het helaas tijd om terug te gaan naar het vaste land. Ik had op dit eiland makkelijk een week kunnen blijven zonder me te vervelen. Dit is zonder twijfel het bijzonderste stukje Australië wat ik tot nu toe gezien heb.
Vandaag heb ik een dagje rust, morgen ga ik lekker wijn proeven in de Barossa Valley en zaterdag is het dan eindelijk zo ver; de outback in!